“Waar heb jij geleerd om te leven van kruimels?”

Als je gewend bent tekort te komen neem je genoegen met kruimels

Leven van Kruimels

Ik luisterde gisteren naar een podcast van Esther Perel, een beroemde psychotherapeute. Ze deed een counselingssessie met een echtpaar waarvan de ene partner een verleden van fysiek en seksueel misbruik had. Dat verleden had grote invloed op de relatie: hij werd regelmatig getriggered door de fysieke nabijheid van zijn man. Hij kon daar angstig van worden, hem afstoten, boos worden en zelfs uitschelden. Hij werd geraakt in de oude pijn van vroeger, toen hij machteloos was zich te verdedigen tegen de mensen die hem mishandelden. Zijn man probeerde begrijpend te zijn, veel te praten met zijn partner en zoveel mogelijk te doen om hem te steunen.

Toen richtte Esther Perel haar aandacht op de helpende partner en zei: “Waar heb jij geleerd om van kruimels te leven?”. Hij begreep eerst niet wat ze bedoelde, maar toen legde ze uit: Als we vanuit onze jeugd gewend zijn dat er niet zoveel aandacht is voor ons, als er geen interesse is voor wie wij van binnen zijn en wat we verlangen, dan gaan we daaraan wennen. We gaan onszelf wijsmaken dat we niet zoveel nodig hebben. Of zoals deze man het benoemde: “I’m a low-maintenance kind of guy”.

Een luisterend oor

Hij vertelde dat hij als jongetje leefde in een cultuur waar mannen werden geacht te gaan jagen, baseball te spelen, naar scouting te gaan, van sport te houden, verliefd te worden op een meisje. Hij was niet zo, hij hield van de natuur, maar wilde geen dieren doden. Hij gaf niet zoveel om sport en hij werd niet verliefd op een meisje, maar op jongens. Omdat zijn ouders geen aandacht hadden voor wie hij werkelijk van binnen was, verborg hij zijn homoseksualiteit en leerde om niet de aandacht op zichzelf te vestigen. In plaats daarvan was hij er voor anderen, om stil te luisteren, te begrijpen, te steunen. En zo dus ook in de relatie met zijn huidige partner, die veel aandacht kreeg. Hij was het zo gewend, het was zijn manier geworden om verbinding te maken. Aandacht geven, niet ontvangen.

Als je hebt geleerd te leven van kruimels:

  • is het makkelijker om de ander aandacht te geven dan zelf aandacht te vragen en ga je vergeten wat je eigenlijk nodig hebt aan aandacht
  • ga je denken dat je alles alleen kan, ben je daar stiekem zelfs trots op
  • wordt het soms zelfs moeilijk om aandacht te verdragen, je wordt ongemakkelijk als iemand te dichtbij komt
  • Kun je heel bedreven worden in de aandacht afleiden van jezelf (“ja het gaat goed hoor, maar vertel eens over jou?”)
  • blijf je van binnen eenzaam en leeg
  • kun je je boos voelen omdat je er altijd voor anderen moet zijn (“ik wou dat iedereen me met rust liet”)
  • kun je wantrouwig worden als iemand contact zoekt (“wat moet je van me?”)

Als je hebt geleerd te leven van kruimels kom je tekort en heb je geleerd met tekort te leven. Maar zo hoeft het niet te zijn. Als jij ook geleerd hebt om te leven van kruimels, is het belangrijk om te gaan leren vragen om meer. Meer aandacht, meer begrip, meer steun, meer betrokkenheid, meer waardering, meer wat  dan ook.

Niet gemakkelijk

Dat klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. Waarom niet? Omdat je hebt geleerd om je behoeften en verlangens te onderdrukken. Waarom zou je die ook voelen, als je gewend bent dat ze toch niet vervuld worden? Een lastig knoopje dus: leren te verlangen met het risico dat het niet vervuld zal gaan worden.

Ga eens bij jezelf na of en hoe jij genoegen neemt met kruimels:

  • Ben jij zo iemand die altijd klaar staat om naar anderen te luisteren en begrip te hebben?
  • Of misschien pas jij je wel heel makkelijk aan aan wat een ander wil. Zeg je dat je het prima vindt om spaghetti te eten terwijl je liever friet hebt of omdat je geen idee hebt wat je zelf zou willen.
  • Vind je het eigenlijk best vervelend dat je vriend of vriendin veel over zichzelf praat en zelden informeert hoe het met jou gaat, maar durf je er niks van te zeggen?
  • Zit je ergens mee, maar vindt je het moeilijk om er over te beginnen en steun te vragen?
  • Ga jij pas iets voor jezelf doen als je denkt dat je partner en kinderen er geen last van hebben?
  • Durf jij niet om opslag te vragen?
  • Misschien ga je mee naar verjaardagen en feestjes terwijl je liever thuis op de bank zou blijven. Of andersom.
  • Zeg jij: ik ben gelukkig als iedereen om me heen tevreden is.
  • Zou je wel willen dat je partner meer in het huishouden deed, maar durf je er niet over te beginnen.

Je lijf weet het

Behoeftes en verlangens kun je niet bedenken, die voel je. Maar als je geleerd hebt ze te onderdrukken, niet te voelen, is dat nog best lastig. Een eerste stap is een keer dieper adem te halen. Precies, haal op dit moment maar eens een keer adem…. Daarmee geef je jezelf letterlijk meer lucht. Meer zuurstof inademen heeft als effect dat je meer gaat voelen. Een volgende stap is je lekker uitrekken, zo ontstaat er ook meer ruimte in je lijf. En wie weet ontstaat er zelfs wel een gaap. Onderdruk deze niet maar geef er ruimte aan om even flink te gapen. Geen ingewikkelde oefenen of houdingen maar simpel op elk moment toepasbaar. Adem, rek, gaap. Begin er nu mee en na een paar keer wordt het steeds makkelijker en ga je meer voelen. Meer weten…..

Een stapje verder

Ga dan eens kijken of je hier stapjes in kan zetten. Vraag je partner om meer bij te dragen in het huishouden. Probeer eens een vriend of vriendin wat meer te vertellen over wat er in je om gaat, vraag steun of troost. Ga toch naar de film met een vriendin, ook als dat betekent dat je je kind niet kunt instoppen die avond. Voel waar jij behoefte aan hebt en spreek dat uit: liever thuisblijven, graag spaghetti, even met rust gelaten worden, wat dan ook.

Het allerbelangrijkste is te beginnen met jezelf de vraag stellen: wat verlang ik, waar heb ik behoefte aan. Daarmee geef je jezelf de aandacht die je tekort komt en dat is al een hele stap vooruit.

Met dank aan Norma van der Linden voor de oefening.

Geef een reactie